De basisprincipes van systemisch werken zijn:
Binding – iedereen heeft recht op een plek in het systeem.
Systemisch gezien mag niets of niemand worden buitengesloten in een familiesysteem. Gebeurt dat wel, dan gaat een kind in een latere generatie datgene aankijken dat wordt buitengesloten. Het kan zowel om mensen gaan als om (on)tastbare zaken, doelen of gevoelens.
Ordening – de plek die je inneemt in jouw gezin van herkomst. Bij iedere plek hoort een bepaalde verantwoordelijkheid.
Balans – geven en nemen dienen evenredig in balans te zijn. Balans ontstaat wanneer ouders geven aan hun kinderen en kinderen nemen van hun ouders (verticaal). Dan is er sprake van balans tussen geven en nemen.
Verstoringen en/of verstrikkingen op deze systemische wetten worden door een familieopstelling feitelijk zichtbaar.